Marijke Van Zutphen
Culinaire Huiskamer Bijeenkomsten met gastsprekers en colloquia
copyright 2015 Marijke Van Zutphen
© Maarten Brandt, september 2014, Niek Nelissen:  ‘“Als je het een beroep kunt noemen” – Gesprekken met Bernard Haitink over zestig jaar dirigeren.’ 256 pagina’s met 39 foto’s in kleur en zwart/wit. Uitgeverij Thoth. ISBN 978-90-6868-647-0. Prijs: € 22,50 http://thoth.nl Op zes september jongstleden was het in de grote zaal van het Amsterdamse Concertgebouw aan de Van Baerlestraat een gedenkwaardige dag. Toen namelijk herdacht Bernard Haitink het feit dat hij er maar liefst een halve eeuw plus tien jaar dirigeren op had zitten. Anders dan men bij oppervlakkige beschouwing zou verwachten, deed hij dat niet bij het ensemble waar hij 25 jaar als chef-dirigent aan verbonden is geweest, het (vanaf 1988 van het predicaat Koninklijk voorziene) Concertgebouworkest, maar het Radio Filharmonisch Orkest, het gezelschap waarbij hij zijn rijke en veelzijdige muzikale loopbaan begon. Om precies te zijn op 19 juli 1954. Op die met terugwerkende kracht als belangrijke datum te bestempelen dag vond namelijk het slotconcert plaats van de tweede door de NRU (Nederlandse Radio Unie) georganiseerde en onder supervisie van Willem van Otterloo en Ferdinand Leitner staande dirigentencursus. Haitink was een van de gegadigden die toen zijn kunnen mocht demonstreren en dat deed hij aan de hand van Vorspiel und Liebestod uit Wagners onvolprezen muziekdrama Tristan und Isolde. Niemand kon toen ook maar in de verste verte vermoeden dat uit deze buitengewoon schuchtere jongeman niet alleen een allround dirigent van onbetwiste wereldfaam zou groeien, maar tevens een Wagner-interpreet van toonaangevende klasse. Dat laatste werd op die luisterrijke zaterdagmiddag van zes september, bij welke gelegenheid Haitink en het RFO de aftrap gaven voor het nieuwe Matineeseizoen, weer eens haarscherp duidelijk. Golfslag Hoe Wagners vriend en vijand in de ban slaande Tristanmuziek in de zomer van 1954 zal hebben geklonken, is voor ons nu niet meer te achterhalen, maar wat Haitink en de zijnen zestig jaar later uit deze partituur haalden grenst aan het ongelooflijke. Men werd zich weer eens bewust van de wetenschap dat muziek als geen andere onder de kunsten bij machte is in de ervaring van de luisteraar de werking van de fysiek-meetbare tijd volledig uit te schakelen. Ondergetekende, die het concert via ‘uitzending gemist’ terug hoorde, meende de golfslag van Vorspiel und Liebestod, op een uitvoering onder Sergiu Celibidache na, nimmer breder te hebben gehoord dan bij deze gelegenheid,
1